Bodemvruchtbaarheid

Indicatoren voor Bodemfuncties
Het doel van het door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgezette Nationaal Programma Landbouwbodems, is alle landbouwbodems duurzaam beheerd in 2030. Landbouwbodems met een goede kwaliteit dragen naast koolstof-vastlegging bij aan:
1) bodemvruchtbaarheid
2) biodiversiteit
3) klimaatadaptatie en
4) waterkwaliteit.
Om dit effect te toetsen is met behulp van Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland (BLN),  bepaald wat het effect is van klimaatmaatregelen op deze vier bodemfuncties. Voor het koppelen van de BLN-indicatoren aan de bodemfuncties is aangesloten bij het Landmark-project, waar per bodemfunctie is bepaald welke indicatoren bijdragen aan de bodemfunctie. Onderstaande figuur toont welke indicatoren onder de bodemfuncties vallen.

Figuur: Indicatoren voor bodemfuncties (bodemvruchtbaarheid, bodembiodiversiteit, klimaatadaptatie en waterkwaliteit) in schema

Bodemvruchtbaarheid bij meerjarige akkerranden
Het effect van meerjarige akkerranden op bodemvruchtbaarheid is gemeten op bedrijven op zuidwestelijke klei (Hoekse waard). Hier werd een positief effect gevonden op beschikbare K (P < 0,05)* en beworteling (P < 0,1)**. Voor de overige indicatoren (pH, beschikbare P en N-totaal) was het effect in akkerranden neutraal, in vergelijking met het aangrenzende (referentie)perceel. De akkerranden op klei stammen al van vóór 2009. Jaarlijks wordt slootbagger op de akkerrand aangebracht en maaisel wordt in beperkte mate afgevoerd. Dit voorbeeld is illustratief voor het bepalend zijn van het type akkerrandmanagement voor het effect op bodemindicatoren.

* P < 0,05 betekent dat de maatregel een aantoonbaar, oftewel significant, effect heeft, vergeleken zonder toepassen van de maatregel. Dit houdt in dat minder dan 5% kans bestaat dat het gemeten effect door toeval of willekeurige factoren veroorzaakt wordt.
** P < 0,1 betekent dat het effect van de maatregel aannemelijk is, maar niet met zekerheid is aangetoond. Dit wordt ook wel een trend genoemd. De kans dat het gemeten effect door toeval of willekeurige factoren veroorzaakt wordt is minder dan 10%.

  • Schepens, J.A.B, Timmermans, B.G.H., Herbert, Z.G.J., Hoogmoed, M., Fuchs, L., Heupink, D.T., Slier, T., Wagenaar, J.P., & Koopmans, C.J. (2022a). Effecten van koolstofvastleggende maat-regelen op de (BLN)-bodemkwaliteit indicatoren—Deel 2. 34 pagina’s.