Implementatie

Naar schatting kan op 31.000 ha kleigrond een hoger aandeel rustgewassen worden geteeld. Percelen komen voor deze maatregel in aanmerking als:

  • akkerbouwmatige teelten plaatsvinden en
  • op postcode-4-niveau minder dan 50% rustgewassen worden verbouwd.

In postcode-4-gebieden waar het aandeel van rustgewassen al minstens 50% is, verandert niets. Vollegrondsgroenten en eiwitgewassen worden buiten beschouwing gelaten, maar verder wordt aangenomen dat deze maatregel kan worden toegepast op alle akkerbouwgewassen en –rotaties. De teelt van gras en snijmais, meerjarige teelten en braakliggend land worden ook buiten beschouwing gelaten. De implementatie van deze maatregel leidt op provinciaal niveau tot een afname van het aandeel intensieve gewassen in de gewasrotatie (zie figuur). Vooral in de provincies Friesland, Flevoland, Noord-Holland en Overijssel kan het verhogen van het aandeel rustgewassen op kleigrond bijdragen aan koolstofvastlegging.

 

Grafiek van het gemiddeld aandeel rust- en intensieve gewassen per provincie voor de baseline (2017) en na het aanpassen van de gewasrotatie
Grafiek van het gemiddeld aandeel rust- en intensieve gewassen per provincie voor de baseline (2017) en de situatie na het implementeren van de maatregel aanpassen gewasrotatie (aangeduid met ‘nieuw’), gebaseerd op gegevens uit de Basisregistratie Percelen van 2017.
De stippenlijn is de 50%-lijn.
Uit Lesschen et al. (2021).