Lachgasemissie

Een toename van het areaal blijvend grasland kan op verschillende manieren effect hebben op lachgasemissie, namelijk via het scheuren van grasland, het organischestofgehalte in de bodem en verandering in stikstofbemesting. Scheuren van grasland leidt tot een toename van N2O-emissie. Aan de andere kant leidt ouder grasland tot een hoger koolstofgehalte, een hogere denitrificatiecapaciteit en daarmee een hoger risico op N2O-emissie. Ook krijgt blijvend grasland vaak een hogere stikstofgift dan snijmais of tijdelijk grasland. Het totale effect van meer blijvend grasland op zandgronden, wordt geschat op -31 tot +125 kton CO2-equivalenten per jaar. Dit is lager dan de schatting voor landelijke koolstofvastlegging op zand, namelijk 211 kton CO2 per jaar, dus het netto-effect op de broeikasgasbalans is positief.

  • Slier, T., Stout, B., Vervuurt, W., Schepens, J., Martinez Garcia, L., Velthof, G., Lesschen, J.P., Agricola, H., Westerik, D., Koopmans, C., & van Middelaar, J. (2022b). Integratierapport Slim Landgebruik. Verdieping op de effecten van maatregelen binnen Slim Landgebruik. Wageningen Environmental Research.
  • Slier, T., & Velthof, G., (2021). 30 vragen en antwoorden over lachgasemissies uit landbouwgronden. Wageningen, Wageningen Environmental Research.