Agroforestry is een verzamelnaam voor een vorm van landbouw, waarbij houtige gewassen onderdeel uitmaken van de teelt. In Nederland voorkomende varianten van agroforestry zijn:
1) rijenteelt, waarbij bomen en struiken worden gecombineerd met akkerbouw, vollegrondgroenteteelt of fruit-productie
2) silvopastorale systemen, waarbij een combinatie wordt gemaakt tussen productief grasland en vee met bomen en struiken
3) windhagen, waarbij hagen worden geplaatst rond gras- of bouwland om de wind te breken en
4) voedselbossen, waarbij een teeltsysteem wordt gecreëerd dat bestaat uit verschillende vegetatielagen voor de productie van voedsel.
Het is nog niet mogelijk om met behulp van het model Roth-C het effect van agroforestry te berekenen. In Nederland vinden verschillende proeven plaats, om het effect van agroforestry te bepalen, op onder andere koolstofvastlegging. Maar de looptijd van die proeven is nog onvoldoende om al een verschil in koolstofvastlegging te meten. Op basis van literatuur is een eerste inschatting gemaakt van de potentiële koolstofvastlegging. Rijenteeltsystemen leggen gemiddeld 4,19 ton CO2/ha/jaar vast, silvopastorale systemen 3,26 ton CO2/ha/jaar en voedselbossen 4,75 ton CO2/ha/jaar. Hierbij wordt uitgegaan van vastlegging in zowel de bodem, in de vorm van organische stof, als in de boven- en ondergrondse biomassa van de bodem.
- Lesschen, J. P., Hendriks, C., Slier, T., Porre, R., Velthof, G., & Rietra, R. (2021). De potentie voor koolstofvastlegging in de Nederlandse landbouw. (Rapport/Wageningen Environmental Research; No. 3130). Wageningen Environmental Research. https://doi.org/10.18174/557330