In 2021 is er in het Kosten en Baten project gerekend aan wat het toepassen van koolstofmaatregelen betekent voor het saldo van de boer. Dat is gedaan voor een combinatie van meerdere koolstofmaatregelen (maatregel pakketten) voor zowel akkerbouw als de melkveehouderij.
Voor de melkveehouderij is gerekend aan een representatief bedrijf op zandgrond en een bedrijf op kleigrond. Op zandgrond wordt de leeftijd van het grasland verhoogd, en word kruidenrijk grasland toegepast. Uit de berekeningen blijkt dat de kosten minimaal toenemen als dit pakket doorgevoerd zou worden. Dat komt omdat er besparingen zijn (minder zaaizaad en minder krachtvoer aankoop), die de extra kosten (lagere grasproductie, meer aankoop mais) nagenoeg in evenwicht houden. Op kleigrond wordt de continu-teelt van mais vervangen door een wisselteelt met kruidenrijk grasland, en wordt na de maisteelt een groenbemester gezaaid. Dit leidt tot een kleine daling van het saldo, omdat er meer kracht- en ruwvoer aangekocht moet worden. Van zowel het klei als zandpakket wordt verwacht dat er koolstof vastgelegd wordt, ook al is deze inschatting nog onzeker.
In de akkerbouw bleek dat pakket 1 (maximalisatie groenbemesters en stro inwerken) tot een lager saldo leidt ten opzichte van de huidige situatie in alle doorgerekende akkerbouw regio's en beperkt koolstof vastlegt ten opzichte van de referentie. Pakket 2 (bouwplanverruiming met meer graan, maximalisatie groenbemesters en stro inwerken) resulteert in een flinke afname van het saldo, maar de NDICEA berekeningen wel aan tonen dat er extra koolstof vastgelegd wordt. Per euro kosten legt pakket 1 meer koolstof vast dan pakket 2. Dat komt met name door de geringe daling van het saldo in pakket 1, terwijl er wel koolstof vastgelegd wordt. De kosten van pakket 2 zijn aanzienlijk hoog, dat het niet opweegt tegen de extra koolstofvastlegging.
Pakket 1 blijkt redelijk goed toepasbaar te zijn in de akkerbouw. Voor pakket 2 is dit niet het geval, maar pakket 2 levert wel positieve effecten op bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Lange termijn effecten van deze positieve effecten op de opbrengsten, en daarmee de saldi, zijn nog niet meegenomen in deze analyse. Daar wordt in 2022 en 2023 aan verder gewerkt.
De details van de berekeningen zijn te vinden in dit rapport.