Kansen
Een Zeeuwse en west-Brabantse akkerbouwer geeft aan dat hij stroresten achterlaat op het land, ter bevordering van de bodemkwaliteit. Door in te zetten op het verhogen van het organischestofgehalte van zijn bodem, door onder andere gewasresten achter te laten op zijn land, wordt de bewerkbaarheid van zijn bodem beter. Ook zien akkerbouwers uit Zeeland en de Veenkoloniën het voordeel van de nutriënten in het stro die achterblijven in de bodem, al is bijvoorbeeld in West-Brabant de Noordelijke kleischil wel input van stikstof nodig voor verdere vertering.
Belemmeringen
Meerdere akkerbouwers benoemen dat door het achterlaten van stro op het land, ze directe opbrengsten missen.
- Schurer, B., Herbert, Z., van Hal, O., Wagenaar, J. P., Koopmans, C., Janmaat, L., & Schepens, J. (2022). Maatregelen voor het vastleggen van koolstof in minerale bodems: ervaringen uit de praktijknetwerken van Slim Landgebruik. Louis Bolk Instituut.
- Wagenaar, J.P., Wattel, E., Thissen, W., Hoefnagels, F., Hoogmoed, M., van Schie, T., Heesmans, H., Specken, J., Spriensma, W., Colombijn-van der Wende, K., van Middelaar, J., Jelsma, M., Ansems, E., Antonissen, H., Janmaat, L., (2024). Koolstofvastlegging op mineralre landbouwbodems in de praktijk, netwerken akkerbouw en veehouderij, ovezichtsrapportage 2018 – 2023.