Van 2018 tot en met 2023 is met acht regionale netwerken gewerkt aan koolstofvastlegging. Uit metingen, keukentafelgesprekken en kennisbijeenkomsten zijn inzichten naar voren gekomen over hoe ondernemers het nemen van maatregelen t.b.v. koolstofvastlegging ervaren. Deelnemers zijn het erover eens dat organische stof belangrijk is voor een gezonde bodem. ‘Het mooie van dit project is dat we het daadwerkelijk konden gaan meten’, aldus Jan-Paul Wagenaar (Louis Bolk Instituut). Dit maakt de inspanningen van agrariërs tastbaar en motiveert hen extra stappen te nemen.
Evaluatie van vijf jaar netwerken
Na vijf jaar zijn de netwerken geëvalueerd. ‘De start was lastig. Er moest veel werk tegelijkertijd verzet worden. En toen kwam Covid. We hebben redelijk wat bijeenkomsten door kunnen laten gaan, maar het was verre van optimaal en voor een goede uitwisseling van informatie gaat niets boven fysiek samenkomen. Door de netwerken kwamen allerlei waardevolle details die samenhangen met maatregelen boven water en op papier. Zo is er inzicht ontwikkeld in de kansen en belemmeringen bij het nemen van maatregelen. Maar ook de economische consequenties zijn de afgelopen vijf jaar voor de meeste maatregelen in beeld gebracht. Dergelijke informatie is ook zeer bruikbaar buiten het netwerk.’ In de brochure die in 2022 verscheen is die mix van algemene conclusies en individuele ervaringen goed samengebracht. De ervaringen per netwerk verschilden wel: sommige liepen goed, maar andere kwamen minder uit de verf. ‘Er zijn binnen een netwerk vaak 1 of 2 personen met een enorme drive die de anderen meetrekken.’ Ook is er verschil tussen sectoren, waarbij maatregelen voor veehouders vaak makkelijker leken in te passen in de bedrijfsvoering dan voor akkerbouwers en dus eerder werden omarmd.
Regionale communicatie is belangrijk
‘Vaak wordt gesproken over de regionale verschillen, maar de overeenkomsten tussen regio’s blijken vaak groter te zijn dan de verschillen. Deze bewustwording is heel waardevol.’ Het is dus zaak regionaal te communiceren, maar ook te zoeken naar overeenkomsten van maatregelen die in alle regio’s gelden. ’Om koolstofvastlegging te implementeren moeten agrariërs de juiste informatie op de juiste wijze aangereikt krijgen. Hoe kun je boeren motiveren om maatregelen te nemen? Financiële prikkels helpen, maar ook erkenning voor hun inspanning. En wat wetenschap en beleid zien als neveneffecten van klimaatmaatregelen zijn voor de boeren heel belangrijk. Zo is voor wetenschap en beleid het opslaan van koolstof van belang, maar voor de individuele boer is juist het organische stofgehalte belangrijk. Hier kan meer rekening mee worden gehouden’, besluit Jan-Paul, projectleider van het Netwerken project.
Ben je benieuwd naar het hele rapport? Deze is nu te lezen via deze link.