Looptijd: 2018 - 2022
Status: Afgerond
Boeren kunnen een bijdrage leveren aan het klimaatprobleem door maatregelen te nemen waarmee koolstof wordt vastgelegd in de bodem. Deze maatregelen kosten vaak meer dan dat de koolstofvastlegging in de bodem oplevert aan hogere opbrengst en/of hogere prijs voor de gewassen. Dit roept de vraag op welke prikkels (‘incentives’) er mogelijk zijn om boeren te stimuleren deze maatregelen te nemen. In dit project is geëvalueerd welke incentives er zijn, welke mogelijkheden deze bieden voor bodemkoolstof en hoe deze incentives in de praktijk kunnen worden ingezet.
Voorbeelden van incentives zijn dat het vastleggen van bodemkoolstof wordt vergoed via het GLB, dat het als leveringsvoorwaarde wordt gesteld door een afnemer, of dat de boer ‘koolstofcertificaten’ kan verkopen aan derden. De effectiviteit van verschillende incentives is in de praktijk getoetst door lopende initiatieven te volgen. Voorbeelden van zulke initiatieven zijn Windpark Krammer en Eindhoven Airport. Hier krijgen boeren betaald door het windpark of het vliegveld voor het vastleggen van bodemkoolstof.
De resultaten van de studie zijn verwerkt in twee rapporten:
- "Incentives voor Bodem-C - Ervaringen binnen praktijkpilots". Het rapport geeft een inventarisatie van verschillende initiatieven en pilots gericht op vastlegging van bodemkoolstof. De lessen die we hieruit kunnen leren zijn vertaald naar adviezen voor het ministerie van LNV en voor de landbouw. Om daadwerkelijk initiatieven van de grond te krijgen, zijn heldere kaders en grenzen vanuit de overheid essentieel. De landbouw kan zowel aan de slag gaan met initiatieven specifiek gericht op bodemkoolstof, maar ook binnen bestaande initiatieven (zoals duurzaamheidsprogramma's) kan meer aandacht zijn voor bodemkoolstof.
- "Verduurzamingsinstrumenten en gedragsincentives". Het rapport brengt de mogelijkheden in beeld om agrariërs te stimuleren maatregelen voor koolstofvastlegging en klimaatmitigatie te nemen. OM een maximaal aantal agrariërs te motiveren koolstofmaatregelen te nemen, is het noodzakelijk het palet aan verduurzamingsinstrumenten verder te verbreden, waarbij specifiek aandacht nodig is voor o.a. educatie (bijv. studiegroepen).