Indicatoren voor Bodemfuncties
Het doel van het door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgezette Nationaal Programma Landbouwbodems, is alle landbouwbodems duurzaam beheerd in 2030. Landbouwbodems met een goede kwaliteit dragen naast koolstof-vastlegging bij aan:
1) bodemvruchtbaarheid
2) biodiversiteit
3) klimaatadaptatie en
4) waterkwaliteit.
Om dit effect te toetsen is met behulp van Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland (BLN), bepaald wat het effect is van klimaatmaatregelen op deze vier bodemfuncties. Voor het koppelen van de BLN-indicatoren aan de bodemfuncties is aangesloten bij het Landmark-project, waar per bodemfunctie is bepaald welke indicatoren bijdragen aan de bodemfunctie. Onderstaande figuur toont welke indicatoren onder de bodemfuncties vallen.
Bodemvruchtbaarheid bij extra compost
Het toevoegen van extra compost heeft een positief effect op de (chemische) bodemvruchtbaarheid, hoewel de effecten afhankelijk kunnen zijn van het type compost. In verschillende proeven op centraal gelegen kleigrond (Lelystad) met een aantal verschillende behandelingen was N-totaal duidelijk hoger, ten opzichte van behandelingen met kunstmest (P < 0,05)*, maar voor andere bodemindicatoren (pH, K- en P- beschikbaar, beworteling) was geen duidelijk effect waarneembaar. Op Vlaamse kleigrond was ook een positief effect op P- en K-beschikbaarheid zichtbaar.
* P < 0,05 betekent dat de maatregel een aantoonbaar, oftewel significant, effect heeft, vergeleken zonder toepassen van de maatregel. Dit houdt in dat minder dan 5% kans bestaat dat het gemeten effect door toeval of willekeurige factoren veroorzaakt wordt.
- Wieke Vervuurt, Jonas Schepens, Gerard Ros, Marianne Hoogmoed, Chris Koopmans (2024). Effecten van de maatregelen voor koolstofvastlegging op de bodemkwaliteit - Synthese van de resultaten van de jaren 2019, 2020 en 2021.