Op kleigrond kan naar schatting op 72.000 ha een groenbemester of vanggewas worden geteeld, terwijl dit nu nog niet gebeurt. Het areaal waarop een groenbemester kan worden geteeld, is bepaald door voor elk gewas een expertinschatting te maken van het aandeel waar een groenbemester mogelijk is, binnen dat gewas. Bijvoorbeeld: naar schatting kan in 70% van de gevallen na de teelt van consumptie-aardappelen nog een groenbemester worden geteeld. Het gaat dan om een late groenbemester, dus wordt gerekend met een kleinere input van koolstof, dan bij de teelt van een vroege groenbemester na bijvoorbeeld wintertarwe. Het aandeel groenbemesters en vanggewassen is in Nederland al vrij hoog, deels door de wettelijke verplichting hiervoor, na de teelt van mais op zandgronden. Vandaar dat de potentiƫle vastlegging van koolstof door deze maatregel hoger ligt op klei- dan op zandgrond.
- Lesschen, J. P., Hendriks, C., Slier, T., Porre, R., Velthof, G., & Rietra, R. (2021). De potentie voor koolstofvastlegging in de Nederlandse landbouw. (Rapport / Wageningen Environmental Research; No. 3130). Wageningen Environmental Research. https://doi.org/10.18174/557330