Lachgas werd vroeger veel gebruik als narcosemiddel bij operaties in ziekenhuizen. Tegenwoordig kennen we het vooral als partydrug waar jongeren graag mee experimenteren. Maar wist je dat lachgas ook een broeikasgas is, nog vele malen sterker dan koolstofdioxide? En dat het in bodems kan ontstaan? Een onlangs verschenen publicatie geeft antwoorden op vragen over lachgasemissie uit landbouwgronden.
Het Nederlandse Klimaatakkoord heeft als doel de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 te hebben gehalveerd. Een van de manieren om dat te bereiken, is het opslaan van koolstof in landbouwgrond. Maar landbouwgrond kan tegelijkertijd ook een bron van lachgasemissie zijn.
De stikstofverbinding lachgas (N2O) wordt tijdens de biologische processen nitrificatie en denitrificatie in bodems geproduceerd. Doordat de koolstof- en stikstofkringloop aan elkaar zijn gekoppeld, kan koolstofopslag leiden tot een hogere lachgasemissie. Ook het beperken van andere stikstofuitstoot (zoals ammoniakemissie naar de lucht, en nitraatuitspoeling naar grond- en oppervlaktewater) kan effect hebben op de emissie van lachgas. Een verhoogde lachgasemissie door maatregelen uit de klimaat-, stikstof- en mestdossiers maakt het halen van de klimaatdoelstellingen voor landbouwgronden lastiger.
De publicatie 30 Vragen en antwoorden over lachgasemissie uit landbouwgronden geeft antwoord op uiteenlopende vragen over lachgas-emissie uit landbouwgronden. Gerard Velthof, een van de auteurs: “Dit boekje draagt bij aan een beter begrip van de processen waarbij lachgas wordt gevormd, en de factoren die daar een rol bij spelen. Bijvoorbeeld, wat is lachgas en hoe ontstaat het? Welke processen zijn van invloed op lachgasemissies uit de landbouw? En wat is het effect van maatregelen die in de landbouw kunnen worden toegepast?”