Thema: Verbeterde inpassing in de bedrijfsvoering

Demonstraties en netwerken - fase 1 - voorbereiding en selectie

Looptijd: 2018
Status: Afgerond

In 2018 was het doel van dit project het vinden en selecteren van een passende set pilots en demonstraties uit de Nederlandse landbouwpraktijk die aansluiten bij de klimaatdoelstelling uit het klimaatakkoord om 0.5 Mton CO2 vastlegging per jaar in de bodemorganische stof van minerale landbouwbodems te realiseren.

Voor de juiste samenstelling van pilots en demonstraties is hiervoor een brede inventarisatie uitgevoerd naar aansluitingsmogelijkheden bij bestaande en lopende pilots en projecten. Hier is een onderscheid in aangebracht:

  • Lange Termijn Experimenten (LTE’s): In Nederland zijn een aantal bodem gerelateerde Lange Termijn Experimenten (LTE’s) actief. Deze zijn veelal gericht op milieudoelen en niet specifiek gericht op onderzoek naar klimaatrelevante maatregelen. In deze (bestaande) LTE’s wordt dus niet altijd de rol van de bodem meegenomen als optie voor het vastleggen van CO2. Desondanks zijn een deel van de relevante maatregelen die leiden tot  CO2-vastlegging te toetsen aan de hand van de bestaande LTE’s.  
  • Netwerken: netwerken betreffen een samenwerking van ondernemers die erop gericht zijn bewustwording, kennisuitwisseling en demonstratie van duurzaam bodembeheer te bevorderen. Met de geïdentificeerde netwerken is contact opgenomen om te verkennen of er interesse is om deel te nemen aan dit project en om na te gaan over welke informatie ze beschikken. Zo is o.a. onderzocht wat het potentieel is voor toepassing en ontwikkeling van maatregelen, welke basisdata verzameld worden en wat het netwerk zou willen en kunnen bijdragen aan maatregelenontwikkeling en kennisverspreiding. Hierbij is gestreefd om de voornaamste Nederlandse akker- en veehouderij regio’s te dekken en te starten via netwerken die regionaal actief zijn.
  • Specifieke bedrijven en pilots: pilots zijn meerjarige projecten waarin (combinaties van) maatregelen gedemonstreerd worden. Mogelijk dat specifieke bedrijven of pilots relevant zijn omdat ze extra inspanning plegen en een veelvoud aan maatregelen treffen die relevant kunnen zijn voor de CO2 opgave. In pilots kunnen referenties ontbreken en/of kunnen combinaties van maatregelen omvatten. Hierin wijken ze af van de LTE’s die beter opgezet zijn om effecten van individuele maatregelen te toetsen.
  • Verder onderscheid is gemaakt naar sectoren (akkerbouw en veehouderij), meest voorkomende grondsoorten (klei en zand) en de maatregelen met de grootste potentie voor het vastleggen van koolstof. Hieruit kon een mix aan demonstraties en pilots samengesteld worden die de Nederlandse landbouw representeert. De belangrijkste selectiecriteria waren 1) dat boeren in Nederland zich kunnen identificeren met gekozen activiteiten binnen de netwerken van de selectie en 2) de potentie van maatregelen om koolstof in de bodem op te slaan.

Vervolgens zijn selectiecriteria opgesteld waarmee de potentiële LTE’s en netwerken konden worden beoordeeld. Op basis van gesprekken met de vertegenwoordigers, haalbaarheid, beschikbaarheid en ambitie zijn de volgende LTE’s geselecteerd voor dit project met bijbehorende maatregelen:
Voor de selectie van netwerken is vooral uitgegaan van ambitie, motivatie en enthousiasme. De volgende netwerken zijn geselecteerd:

  • Veehouderij: Living LAB (Friesland), Gezond zand (Vruchtbare Kringloop; Gelderland), Carbon Valley (Brabant), Koeien en Kansen.
  • Akkerbouw: Veldleeuwerik (Flevoland), Carbon Farming (Zeeland), Veldleeuwerik (Drenthe/Groningen)

Voor deze geselecteerde LTE’s en netwerken is een algemeen monitoringsprotocol opgesteld waarin een nulmeting en minimale meetset zijn beschreven. Dit is terug te vinden in onderstaande publicatie.