Thema: Verbeterde inpassing in de bedrijfsvoering

Netwerken veehouderij

Looptijd: 2018 – 2023
Status: Lopend

Binnen de netwerken veehouderij implementeren melkveehouders in drie regio’s verschillende klimaatmaatregelen in de praktijk, waarbij de ervaringen over de inpassing in de regio- en bedrijfsspecifieke context worden gemonitord. Naast het effect op bodemkoolstof wordt ook het effect op andere bodemkwaliteit indicatoren gemonitord. Omdat de opbouw van bodemkoolstof tijd kost, wordt het (verwachtte) effect van de maatregelen op de koolstofbalans en bedrijfseconomie vooraf ingeschat met modellen, waarvoor de ondernemers gegevens aanleveren met betrekking tot de bedrijfsvoering. Deze bevindingen worden interactief gedeeld met de praktijk om implementatie van maatregelen te faciliteren.

Wie

Deelnemers binnen de netwerken veehouderij hadden ambitie om met opslag van bodemkoolstof aan de slag te gaan. De netwerken liggen in drie regio’s met verschillende omstandigheden: het Gelderse Netwerk (de Achterhoek) en het Brabantse Netwerk (de Loonse en Drunense duinen) met droge zandgronden, en het verspreide Friese Netwerk (met regionale partner Van Hall Larenstein) met verschillende grondslagen. Ieder netwerk heeft 16 tot 20 deelnemers die in 2018 zijn begonnen met de toepassing van maatregelen op een aantal percelen van hun bedrijfskavel. Dit project is inmiddels opgegaan in een breder Netwerken project, waar alle netwerken, ook akkerbouw, nu onder vallen, maar de structuur van netwerken per regio is wel zo gebleven.

Maatregelen implementeren in de praktijk
Het is nog te vroeg voor meetbare effecten van de maatregelen op bodemkoolstof en -kwaliteit, maar er zijn al wel waardevolle inzichten over de praktische implementatie van de klimaatmaatregelen. De grootste voordelen die de deelnemers eerder al hebben ervaren van bodemkoolstof zijn:

  • Verbeteringen in de vochthuishouding (zowel bij erg nat als erg droog weer)
  • Bodemstructuur en bodemleven
  • Stikstof leverend vermogen

Bij meer organische stof zien deelnemers een hogere bodemkwaliteit. In theorie is deze maatregel op veel percelen mogelijk, maar wordt die in de praktijk beperkt door de mestwetgeving, welke leidt tot hogere kosten.

Kennisbijeenkomsten
Jaarlijks worden de deelnemende bedrijven individueel bezocht om:

  • Het beheer van de opgenomen percelen te monitoren
  • Ervaringen met het implementeren van de klimaatmaatregelen te inventariseren
  • Nodige metingen uit te voeren

Daarnaast vinden regiobijeenkomsten plaats waar inhoudelijk kennis wordt gedeeld. Hier komen niet alleen de resultaten van de bodemmetingen aan bod, maar specifieke onderwerpen waar de netwerkdeelnemers interesse in tonen. Zo geven de deelnemers aan o.a. meer te willen weten over:

  • De toepassing van bokashi (een bodemverbeteraar)
  • Succesvol doorzaaien of inzaaien
  • Beheren van kruidenrijk grasland
  • Verbeteren van de beworteling en bodemstructuur

Deze kennisbijeenkomsten vormen daardoor een belangrijke link met het project ‘Demonstraties Veehouderij’, waarin enkele deelnemers actief aan de slag gaan met onderwerpen die naar voren worden gedragen.