Agroforestry is een teeltsysteem waarin bomen of struiken gecombineerd worden met eenjarige teelten. In Nederland spreken we van agroforestry wanneer houtige, meerjarige gewassen zoals bomen en struiken bewust een onderdeel uitmaken van de akkerbouw, groenteteelt en/of de veehouderij. Dit betekent dat houtige gewassen worden geteeld op hetzelfde perceel als waar de gewassen worden verbouwd en/of de weide wordt begraasd of gemaaid. De houtige gewassen kunnen voor meerdere doeleinden worden aangeplant, zoals de productie van fruit, noten of hout (Norén & Keur, 2019).
In Nederland zijn vier systemen te onderscheiden:
- Silvopastorale systemen, waarbij een combinatie wordt gemaakt van productief grasland en vee met bomen of struiken;
- Rijenteeltsystemen, waarbij een combinatie wordt gemaakt van akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt of fruitproductie met bomen en struiken;
- Windhagen, waarbij een haag wordt geplaatst bij grasland of bouwland om de wind te breken;
- Voedselbosbouw, waarbij een teeltsysteem wordt gecreëerd dat bestaat uit verschillende vegetatielagen voor de productie van o.a. fruit, noten, groenten, kruiden en zaden (Luske et al. 2020).
Er wordt aangenomen dat agroforestry-systemen kunnen bijdragen aan klimaatmitigatie, doordat koolstof wordt vastgelegd in het systeem. CO2 wordt vastgelegd in de boombiomassa en in de bodem (Peichl et al., 2006).
Voor meer informatie over de effecten van deze maatregel, kijk op: